Titel: The Haunting of South Meraung Village
Agung en Arip, twee avontuurlijke vrienden, vertrokken op een routinematige wandeling door de dichte bossen rond hun stad. Hun avontuur nam echter een huiveringwekkende wending toen Agung, bekend om zijn nieuwsgierigheid, het pad af liep en een dorp tegenkwam dat op geen enkele kaart was gemarkeerd: het dorp South Meraung.
Het dorp leek verlaten, met vervallen huizen en een griezelige stilte die zwaar in de lucht hing. Terwijl Agung verder verkende, voelde hij een onverklaarbare angst zijn wervelkolom kruipen. De lucht was dik van een gevoel van voorgevoel en de schaduwen leken zich uit eigen beweging te bewegen. Plots hoorde hij een fluistering, een zachte, huiveringwekkende stem die hem dieper in het dorp wenkte.
Ondertussen begon Arip, die zich realiseerde dat Agung was vermist, zijn zoektocht. Hij volgde het zwakke pad dat werd achtergelaten door Agung en kwam uiteindelijk aan bij de onheilspellende ingang van South Meraung Village. Een koude rilling rende over zijn rug toen hij het dorp in stapte en riep naar zijn vriend.
Terwijl Arip dieper waagde, zag hij vreemde symbolen in de wanden van de gebouwen geëtst. De symbolen pulseerden met een donkere energie en het gefluister werden luider, meer aandringend. Arip's hart racete terwijl hij naar voren duwde, vastbesloten om Agung te vinden en hem in veiligheid te brengen.
Uiteindelijk vond Arip Agung in het centrum van het dorp, strenger voor een oud altaar. Agung's ogen werden overgegaan, alsof hij in trance was. Het gefluister bereikte een koorts en Arip besefte dat ze uit het altaar zelf kwamen.
Met een golf van adrenaline greep Arip Agung en probeerde hem weg te trekken. Maar Agung verzette zich, zijn ogen snuffelden weer tot leven met een angstaanjagende intensiteit. "Je had hier niet moeten komen," fluisterde hij, zijn stem niet de zijne. "Nu zit je ook vast."
Arip vocht tegen de ongeziene kracht die leek te binden aan het altaar. Hij herinnerde zich de symbolen die hij had gezien en begon in een wanhopige daad ze omgekeerd te traceren, in de hoop om de vloek ongedaan te maken die zijn vriend had verstrikt.
Terwijl Arip het laatste symbool voltooide, barstte er een verblindend licht uit het altaar, waardoor de onderdrukkende duisternis verbrijzelde. Het gefluister hield op en Agung stortte in Arip's armen, bevrijd van de trance.
De twee vrienden strompelden uit het dorp South Meraung en zweerden nooit te spreken over wat ze hadden gezien. Maar terwijl ze vertrokken, kon Arip het gevoel niet schudden dat het dorp hen in de gaten hield, wachtend op een andere nietsvermoedende ziel om in zijn dodelijke omhelzing te dwalen.
Agung en Arip ontsnapten, maar de spookachtige herinnering aan het dorp South Meraung zou voor altijd met hen hangen.
Labels : Avontuur